Alarmerende cijfers
33% van onze oppervlakte, of zowat 450.000 hectare, is intussen volgebouwd. Rekenen we daar de tuinen bij dan neemt onze wooninfrastructuur zelfs 39% van het totale ruimtebeslag in.
Ter vergelijking: wegen en spoorwegen nemen slechts 18% in, terreinen voor commerciële en industriële toepassingen 13%. Terreinen voor recreatieve doeleinden zijn goed voor 6,5% van onze ruimte en de landbouw voor slechts 2%.
Volgens het spreekwoord worden we met een baksteen in de maag geboren. Het is uiteraard het goed recht van iedereen om zijn eigen woning te willen bouwen, maar dit heeft op termijn ingrijpende gevolgen voor onze ruimtelijke ordening.
Al 55 gemeenten voor meer dan de helft volgebouwd
Kijken we verder in detail, dan zien we dat intussen al 55 gemeenten in Vlaanderen voor meer dan de helft volgebouwd zijn. Dit geldt vooral voor grootstedelijke gebieden in en rond Brussel, Antwerpen en Gent, maar ook de zogenaamde ‘luxegemeenten’ zoals Sint-Martens-Latem en Keerbergen. Ook gemeenten waar al veel industrieterreinen zijn hebben nog nauwelijks vrije ruimte.
Het meeste vrije ruimte vinden we nog terug in landelijke gebieden in West-Vlaanderen en Limburg.
Dagelijks acht voetbalvelden volgebouwd
Vlaanderen wordt aan een razend tempo verder volgebouwd. Dagelijks moet gemiddeld zes hectare open ruimte (zeg maar acht voetbalvelden) wijken voor onze bouwwoede.
Gemiddeld daalt de grootte van de nieuwe bouwpercelen wel, maar voor velen blijft een alleenstaande woning met tuin nog altijd het ideaalbeeld.
De verwachting is dat we aan het huidige tempo nog tot 2050 kunnen doorgaan met verkavelen, maar dat er dan nog nauwelijks ruimte voor landbouw, natuur en projecten van maatschappelijk belang zoals alternatieve energie zal overblijven.
Waarschuwing Natuurpunt
Natuurpunt heeft in haar klimaatrapport opgesteld in samenwerking met het wetenschappelijk onderzoekscentrum VITO een aantal bemerkingen.
- Als de 80.000 hectare ongebruikte bouwgrond die Vlaanderen nog telt volgebouwd wordt, dan zal dat meer overstromingen, meer droogte en een verdubbeling van het aantal hittedagen met zich meebrengen. De betonstop is niet alleen belangrijk voor de mobiliteit en de ruimtelijke ordening, maar ook voor het klimaat.
- Als deze grond wordt ingericht met natuur en watervoorzieningen, wordt de uitstoot van 785.193 wagens geneutraliseerd en wordt het aantal hittedagen gehalveerd van vier naar twee. Als Vlaanderen verder volgebouwd wordt, dan worden dat zeven hittedagen en gaat de winst voor de opvang van koolstofuitstoot verloren. Die winst door andere maatregelen compenseren zou 27 miljoen euro per jaar kosten.
- Ook de opvang van regenwater wordt bemoeilijkt wanneer Vlaanderen verder volgebouwd wordt. Vandaag vangen de momenteel nog ongebruikte bouwgronden per jaar 56.696 Olympische zwembaden per jaar aan regenwater op. Als de 80.000 hectare wordt volgebouwd, zijn dat nul zwembaden.
- Natuurpunt stelt voor om de eigenaars van deze gronden te compenseren door de zogenaamde planschaderegeling. Hier kunnen eigenaars beroep op doen als de bestemming van hun eigendom wordt gewijzigd.
Vlaanderen kan door betonstop 1,7 miljard euro per jaar besparen
Maar dat is nog niet alles. Uit een studie van de Vlaamse Overheid en het VITO, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, blijkt dat een strenge en directe betonstop de Vlaamse overheid een besparing kan opleveren tot 1,7 miljard euro per jaar.
Momenteel is in Vlaanderen vooral sprake van verspreid wonen buiten de steden. Hierdoor is extra infrastructuur zoals riolering, wegen, fietspaden en verlichting nodig. Ter vergelijking: een gebouw in een stadsgebied kost de overheid gemiddeld 1.000 euro per jaar aan infrastructuur, voor een gebouw in landelijk gebied is dat gemiddeld 7.250 euro. Hoe meer verspreid we bouwen en wonen, hoe hoger de kost voor de maatschappij.
12 reacties
Deze titel geldt als eyecatcher maar alarmeert m.i, niet. Ik vind het spijtig dat men deze problematiek eenzijdig benadert. Het departement Omgeving en Natuurpunt zijn goed geplaatst om de gevolgen van het voortschrijdende ruimtebeslag door bebouwing met cijfers te duiden. Over de gevolgen van het stoppen met dit ruimtebeslag zijn er geen cijfers. De economische kant wordt niet belicht. Er is dat andere Vlaams spreekwoord: “Als het goed gaat in de bouw, gaat het goed met de economie”. Het is niet voor niets dat in Vlaanderen het economisch leven op zijn laagste niveau gaat “als de bouwsector met jaarlijks verlof gaat”.
De bouwshift (of de nog minder geloofwaardige “betonstop”) zal maar succesvol worden als de beleidsmakers ook een alternatief hebben voor deze bouwsector. Deze sector omvat niet enkel de aannemers (klein, middelgroot, groot en zeer groot) en vele producenten van bouwmaterialen allerhande maar ook de vastgoedmakelaars, de architecten, de ruimtelijke planners, de landmeters, de projectontwikkelaars (klein, middelgroot, groot en zeer groot), de vastgoedinvesteerders (waaronder menige bank, beursgenoteerde bedrijven,..), ...
Zolang men de oefening niet maakt welk alternatief er voor heel deze economische groep is voor de bouwshift, zullen alle studies met “alarmerende ” cijfers, studies blijven en zullen alle goedbedoelde beleidsbeslissingen, beslissingen zonder gevolg blijven. Het enige wat zal wijzigen is dat de cijfers van het departement Omgeving en Natuurpunt nog “alarmerender” zullen worden. De volgende titel van dit artikel zal dan “rampzalige cijfers” worden en nog zal er niets veranderen.