Waar vandaan: Juridisch advies > Val op parking: kapper aansprakelijk?

Val op parking: kapper aansprakelijk?

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Mijn kapperszaak is gelegen in het centrum van de stad. Tussen de zaak en de openbare weg is een parkeerruimte voorzien waarbij betonnen balken een afscheiding vormen tussen de parkeerstroken. Daarnaast is een voetgangerszone voorzien. Een paar weken geleden viel een klant over deze betonnen balk en bezeerde zij zich aan de arm en haar enkel. Enige dagen geleden nam zij met mij contact op en vond dat ik al haar schade moest vergoeden: zij acht mij aansprakelijk voor deze val! De betonnen balken tussen de parkeerstroken zouden een "gebrek" zijn, waarvoor ik (naar haar zeggen) aansprakelijk kan gesteld worden. Zij dreigt er zelfs mee de zaak voor de rechter te brengen indien ik niet overga tot het betalen van een schadevergoeding. Ik stel mij nu de vraag of ik hier inderdaad aansprakelijk kan voor gesteld worden? Wat zegt de wet hieromtrent? En hoe zou de rechter oordelen over een dergelijke zaak?

De wettelijke bepalingen terzake

De aansprakelijkheidsproblematiek is zeer complex en ingewikkeld. Het is nooit gemakkelijk om te zeggen wie de aansprakelijkheid draagt van een dergelijk voorval. In uw geval zal deze klant wellicht haar aantijgingen steunen op artikel 1384, lid 1 van ons Burgerlijk Wetboek.

Dit artikel stelt dat men aansprakelijk is niet alleen voor de schade welke men veroorzaakt door zijn eigen daad, maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van zaken die men onder zijn bewaring heeft.

Vermits de parking met de daarop liggende betonnen balken zich onder uw bewaring bevindt, meent uw klant dat u aansprakelijk bent op grond van dit wetsartikel.

Opdat artikel 1384, lid 1 van ons Burgerlijk Wetboek effectief van toepassing kan zijn, moeten enkele voorwaarden worden vervuld.

In de eerste plaats is het alleen de bewaarder van de zaak die aansprakelijk kan gesteld worden. Deze bewaarder is de persoon die de zaak in feite voor zijn eigen rekening gebruikt en dit met de macht om er het toezicht en de leiding op uit te oefenen. In de praktijk komt het erop neer na te gaan wie ten tijde van het ongeval de bewaarder van deze zaak was.

Verder is het noodzakelijk dat de schade veroorzaakt werd zijn door een zaak (hier dus de betonnen balken op uw parking) en dat deze zaak aangetast is door een gebrek. Met dit "gebrek" bedoelt men dat de zaak een abnormaal kenmerk vertoont waardoor aan anderen schade werd toegebracht.

Anderzijds is het ook zo dat de toepassing van dit artikel alleen kan ingeroepen worden door diegene die rechtstreeks slachtoffer werd van de zaak (hier dus uw klant). Dit houdt in dat niet iedereen een vordering op basis van artikel 1384, lid 1 kan instellen. Alleen de persoon die rechtstreeks het slachtoffer werd van de schade aangericht door de gebrekkige zaak kan dit artikel inroepen.

Een laatste voorwaarde waaraan moet voldaan worden, is het feit dat de zaak effectief ook schade heeft toegebracht.

Hoe oordeelt de rechter in de praktijk?

Enerzijds zijn er uiteraard deze bovenstaande wettelijke bepalingen welke ten tijde van een schadegeval van toepassing zijn, doch anderzijds rijst de vraag hoe de rechter deze wetsregels in de praktijk zal interpreteren. Wie uiteindelijk gelijk zal krijgen, zal afhangen van de precieze feiten en omstandigheden en de interpretatie ervan door de rechter. Wij illustreren dit aan de hand van onderstaand praktijkgeval.

De feiten

Piet heeft een parkeerruimte met betonnen balken als afscheiding tussen de verschillende parkeerstroken en een zone voor voetgangers vóór zijn zaak. Op zekere dag valt Anna (een klant van Piet) over deze betonnen balk. Zij meent dat Piet aansprakelijk is voor de door haar opgelopen schade. Vermits zij met Piet niet tot een onderling akkoord komt en Piet helemaal niet inziet waarom hij hiervoor aansprakelijk zou zijn, stapt zij naar de rechter. Klant Anna eist dat Piet aansprakelijk wordt gesteld en dat hij haar alle opgelopen schade terugbetaalt! Zij baseert zich hiervoor op artikel 1384 ,lid 1 van het Burgerlijk Wetboek en meent dat Piets parking gebrekkig was door de aanwezigheid van de betonnen balken.

Beslissing door de rechter

De eerste rechter meent dat Piet hier niet aansprakelijk kan gesteld worden voor de schade die Anna opliep. Deze rechter steunt zijn oordeel op het feit dat klant Anna niet heeft kunnen aantonen dat de parking effectief aangetast was door een gebrek en evenmin heeft kunnen bewijzen dat Piet een fout zou hebben gemaakt. Zij kan zich met deze uitspraak niet verzoenen en gaat in hoger beroep.

In hoger beroep oordeelt de rechter eveneens dat een parking die ingedeeld is in zones voor auto's en voetgangers, niet als een abnormaal kenmerk kan beschouwd worden. Integendeel, een dergelijke indeling bevordert de veiligheid van de klanten. Dat de scheiding gemaakt wordt door betonnen balken, vindt de rechter evenmin abnormaal. Hij meent dat deze balken een hindernis zijn voor voertuigen, maar dat voetgangers ze gemakkelijk en veilig kunnen oversteken. De rechter meent dat een normaal voorzichtig en aandachtig voetganger deze hindernis tijdig kan opmerken en ze zonder enige schade kan passeren. Ook hier meent de rechter dat Anna er niet in slaagt om aan te tonen dat de parking "gebrekkig" was. De rechter treedt de argumenten van Anna niet bij! Zij moet zelf instaan voor de opgelopen schade en Piet wordt niet aansprakelijk gesteld!

Vrijdag 20 Mei 2011

 

 

rss